Mensen zijn steeds meer bezig met hun gezondheid en letten daardoor steeds bewuster op hun voeding en daarmee samenhangend op de herkomst van hun voedsel. Enkele jaren geleden verbouwden alleen boeren of ouderen hun eigen voedsel, maar tegenwoordig is het helemaal hip om uw eigen fruit te kweken. Dit geeft niet alleen voldoening, maar u weet ook precies wat met het fruit gebeurd is. Indien u op kleine schaal verbouwt, voorkomt u ziektes en kan het gebruik van pesticiden meestal vermeden worden. Door kunstmest te vervangen door biologische mest is het op betrekkelijk eenvoudige manier mogelijk om compleet biologisch fruit te telen.
Wat is er nu leuker en gezonder dan fruit uit eigen tuin. Er is meer mogelijk dan u wellicht denkt, wat dacht u van een mooie kiwiplant tegen de schutting? Of een kleine fruittuin met rode bessen, bramen en framboosplanten. Ook prachtig zijn druivenranken boven uw terras waarbij de druiventrossen naar beneden kunnen hangen. Voor fruit in de tuin hoeft u niet veel ruimte te hebben!
Veel fruitplanten bloeien met witte of roze bloesem in het voorjaar. In de zomer komen de vruchten aan de fruitplanten. Sommige fruitbomen en fruitplanten hebben zelfs mooie herfstkleuren. Dat betekent drie seizoenen lang genieten! Meestal kiest u voor fruit in de tuin zodat u hier zelf de vruchten van kunt plukken én eten. In elk formaat tuin is het mogelijk fruit te kweken.
Rode bessen oftewel aalbessen (Ribes rubrum) zijn sterke groeiers en leveren veel vruchten in juli of augustus. De bessen zijn heerlijk in jam maar liefhebbers eten ze ook uit de hand (de vruchten hebben soms een zurige smaak). Naast de rode zijn er ook witte aalbessen verkrijgbaar. Deze bessensoort wordt ook wel eens trosbes genoemd.
Niet alleen de mens, maar ook vogels zijn weg van deze heerlijke bessen. Als de vruchten bijna rijp zijn is het aan te raden om de oogst te beschermen voordat ze ten prooi vallen.
Rode aalbessen groeien het best in de zon. Hoewel u rode bessen uit pot het hele jaar door kunt planten is de beste tijd tussen Oktober en Maart. In deze periode slaan de planten het makkelijkste aan en hoeft u niet (of weinig) extra water te geven na het planten. Hoewel een rode bes zeer makkelijk groeit staat hij liever niet te nat. Een goede regel is: loopt het water niet weg na een regenbui, dan is het waarschijnlijk te nat. De aalbessen, ook wel rode bes of jeneverbes genoemd zorgt voor een spectaculaire opbrengst. Met zijn grote trossen rode bessen geeft deze struik kleur aan jouw tuin of moestuin. De roze en witte variant is minder opvallend maar niettemin even lekker van smaak! Ze zijn ietwat zoeter ten opzicht van de wat meer zuur smakende rode broertjes. Net zoals alle andere bessen en andere vruchten zijn ze een goede bron van vitaminen en dragen ze bij tot een goede gezondheid. De licht zure smaak van de bessen past goed bij een zoet dessert en bevordert bovendien de spijsvertering.
De amandelboom is een kleine loofboom die tot 4 m hoog wordt. Het is een prachtige voorjaarsbloeier, in maart - april ontspruiten de roze bloemen. Zij bevatten veel nectar en trekken hierdoor vele talrijke insecten aan. Hierop volgen de vruchten, dit zijn zoete zeer aromatische noten die uitermate geschikt zijn voor consumptie. De amandelboom vereist een beschutte plaats in de volle zon. Verder groeit hij best in een kalkrijke, waterdoorlatende bodem.
Zelf een amandelboom planten.
De amandelboom (Prunus dulcis) behoort net als de perzik, nectarine, pruim, kers en abrikoos tot de steenvruchten.De amandelboom is een mooie struikvormige boom. Het blad lijkt heel veel op dat van de perzikboom. In maart zijn de bloemknoppen zo ver en begint de weelderige bloesem. De bloesem van de zoete soorten zijn wit/roze van kleur, de bloesem van de wat bittere soorten is geheel roze. Amandelbomen dragen vanaf eind augustus tot eind oktober amandelnoten. De Amandelboom is goed winterhard en hoeft niet snel van bescherming te worden voorzien. Een goede sierboom die ook nog eens zuidelijke vruchten geeft!
De appelboom is een van meest populaire fruitbomen in privé tuinen. Het is altijd leuk om zelf wat fruit in de tuin te laten groeien en de appels kunnen ofwel gekweekt worden om uit de hand te eten of om te verwerken in appelmoes of taart. Kweek zelf lekkere appels in je tuin.
Appelbomen (Malus domestica) zijn wel het bekendst onder de fruitbomen. Van grote hoogstambomen tot klein blijvende laagstambomen of leibomen, het is allemaal mogelijk. Dus ook als u een kleine tuin heeft kunt u kiezen voor een appelboom. Geniet in de lente van de bloesem en in de nazomer kunt u uw eigen appels oogsten!
Naast formaat is het van belang te bedenken wat voor soort appel u wenst. Dat heeft met smaak te maken, maar ook met gebruik. Wilt u een bewaarappel die maanden goed blijft, een handappel of een appel om te verwerken in appelmoes of appeltaart? Een combinatie is ook mogelijk. Tot slot is het van belang te weten of de soort zelfbestuivend is of niet. Voor sommige rassen heeft u een andere appelboom nodig voor de kruisbestuiving, een sierappel kan ook. Sowieso krijgt u meer vruchten met kruisbestuiving.
Hoe groot wordt een appelboom
Afhankelijk van de beschikbare ruimte kunt u een appelboom met een laag-, half- of hoogstam kopen. Een laagstam is ook wel een struikvorm. Leibomen zijn ook een mogelijkheid, deze nemen niet veel ruimte in. Hieronder vindt u de gemiddelde maten voor appelbomen, kijkt u bij de boom van uw keuze voor de meer exacte maatvoering.
Laagstam of stuikvorm * stamhoogte tot 50 cm * totale hoogte ca. 2 meter
Halfstam * stamhoogte 120 cm * totale hoogte ca. 3 meter
Hoogstam * stamhoogte 180-200 cm * totale hoogte ca. 5 meter
Soorten appelbomen of appelrassen
Er zijn veel verschillende rassen om uit te kiezen. Smaak speelt hierbij een grote rol! Tegelijkertijd kan het van belang zijn om een ras te kiezen waarvan de appels langer houdbaar blijven. Bij de verschillende rassen hebben we veelal aangegeven wat de smaak is en hoe lang de appel te bewaren is. Bedenk ook altijd of bestuiving wel of niet nodig is. Hebben de buren appelbomen of staat er een sierappel in de buurt dan kan dit al voldoende zijn; van belang is dat ze gelijktijdig bloeien.
Hieronder een aantal uiteenlopende soorten.
Bijzondere appelbomen
Appelbomen kunt u ook kopen als leiboom. Deze blijven smal dus u heeft minder ruimte nodig.
Kersenbomen (Prunus avium) bloeien rijk met witte en lichtroze bloesem in het voorjaar. De vruchten verschijnen in juni en juli. De meeste fruitbomen zijn leverbaar in verschillende formaten: struikvorm of laagstam, halfstam en hoogstam. Plant een fruitboom op een zonnige plaats, hierdoor zullen er meer vruchten verschijnen, in niet te natte grond. Plant geen kersenbomen op natte grond. Door de vroege bloei is schade door lentenachtvorst mogelijk. Kersenbomen die geen vruchten dragen door een slechte bestuiving, slechte standplaats of door een te sterke groei. Kersen worden rijp geplukt.
Zelf kersen kweken.
Kersen kweken was altijd vrij moeilijk, maar door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren is het steeds makkelijker geworden.
Soorten kersenbomen
Er zijn zelfbestuivende en niet zelfbestuivende kersenbomen. Door een ander ras dat gelijktijdig bloeit binnen een straal van 100 meter te planten kan de boom bestoven worden en zal ook een betere oogst geven.
Kersenbomen zijn net als pruimenbomen steenvruchtbomen. Er zijn twee soorten kersen te onderscheiden: de zoete kers (Prunus avium) en de zure kers, krieken of morellen (Prunus cerasus). Deze laatste worden meestal verwerkt en niet vers gegeten zoals de zoete kers.
Er zijn veel verschillende rassen Prunus avium, het verschil zit voornamelijk in de kleur, grootte en smaak van de vrucht. De meeste zoete kersen rijpen in juni en juli, hoewel de kersen meestal niet allemaal tegelijkertijd rijp zijn en er dus langere tijd geplukt kan worden. Een voordeel want kersen zijn niet heel lang houdbaar.
Kersenbomen planten en verzorgen
Zoete kersen (Prunus avium) houden van niet te natte, maar lichte kleigrond, waar ze diep kunnen wortelen en een zonnige standplaats. De bloesem verschijnt al vroeg in de lente waardoor ze gevoelig kunnen zijn voor vorstschade. Onderhoudsnoei van zoete kers vindt plaats na de oogst. Plant de boom zo dat de entplaats ongeveer 20 centimeter boven de grond blijft. De onderstam bepaalt hoe hard de fruitboom groeit, er wordt tegenwoordig steeds vaker gekozen voor een langzaam groeiende onderstam zodat de boom niet te groot wordt, snel vruchten draagt en ook voor particulieren interessant is.
TIP Bescherm de oogst door een blauw net over de boom te spannen; de kleur blauw schrikt vogels af, waardoor deze niet verstrikt raken in het net.
Dat de kiwi van ver komt (China en Nieuw-Zeeland) verraadt al dat hij een warmteminnaar is. Toch kan hij ook in onze tuin overwinteren. Voorwaarde is wel dat je het juiste ras kiest. Actinidia deliciosa ‘Jenny’ kan bijvoorbeeld tot twaalf graden vorst verdragen, en volgens sommige kwekers zelfs tot min achttien. Nog harder is de minikiwi (Actinidia arguta), die wel tot min dertig verdraagt. De vruchten zijn iets kleiner van stuk maar doen qua smaak niet onder voor zijn grote broer.
In België is november oogstmaand voor de kiwi. Dat ze zomaar rijp aan de struik bungelen is niet heel waarschijnlijk, daarvoor moeten ze wel een erg zonnig en warm najaar hebben gehad. Onrijpe kiwi’s kun je het beste zo lang mogelijk aan de struik laten hangen en pas oogsten vlak voor de eerste nachtvorst. Laat ze binnen verder rijpen.
Met een kiwiplant in uw tuin heeft u een prachtige plant staan én geniet u van de heerlijke vruchten uit eigen tuin. Er zijn diverse soorten kiwi’s waarvan er enkele zelfbestuivend zijn. Andere soorten zijn of mannelijk of vrouwelijk. Vrouwelijke vruchten zijn vruchtdragend, maar hebben voor het bestuiven de mannelijke bestuiver nodig. De zelfbestuivende soorten (de Jenny en Issai) zijn zowel mannelijke en vrouwelijke planten en hebben niet per se een mannelijke bestuiver nodig. Met een bestuiver erbij geven ze over het algemeen wel grotere, dikkere vruchten en meer oogstzekerheid.
De kiwiplant staat bij voorkeur graag in de volle zon en heeft ruimte om zich heen nodig. De plant kan namelijk een hoogte van 4 meter bereiken en groeit snel, vooral in het begin. Houd daarom een plantafstand aan van minimaal 5 meter. De kiwi geeft na 1 à 2 jaar vrucht en de plant is winterhard. Een voedzame en goed doorlatende grond is optimaal voor de kiwi. Geef na de aanplanting wat mest en water aan de kiwi. Ook tijdens droge periodes is af en toe water geven geen overbodige luxe.
Het beste kan de kiwi omhoog geleid worden zodat de vruchtdragende takken naar beneden hangen. Jonge kiwiplanten groeien de eerste jaren vooral omhoog en maken veel takken aan. Dit komt de kiwiplant niet ten goede. Wanneer de planten eenmaal op hoogte zijn, kunnen ze gesnoeid worden. Dat kan het beste gedaan worden in de maanden december en januari. De vruchten groeien voornamelijk aan scheuten op de 1-jarige takken. Het oudere hout kan dus weggesnoeid worden (3-jarig en ouder). Wel is het belangrijk enkele stevige takken te behouden en te leiden, waardoor de plant een sterk gestel krijgt. Door in de zomer na de vruchtzetting te snoeien wordt de groei verminderd. Het bevordert echter de groei van kort/zwak vruchthout dat vervolgens leidt tot meer vrucht. Overtollige en vruchtloze scheuten kunnen probleemloos weggesnoeid worden.
Plant de kiwi bij voorkeur op een beschutte plaats in de volle zon. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een plek tegen de schutting of een muur. De kiwiplant doet het goed in een voedzame en goed doorlatende grond. Bij het kiwi planten is het belangrijk dat u de grond los maakt en wat verse potgrond toevoegt.
Van de enkele soorten van de moerbei zijn de Morus alba (witte moerbei) en de Morus nigra (zwarte moerbei) het meest gekend. Zoals uit de naam af te leiden draagt de ene witte, iets rood aanlopende vruchten en de andere dieprode tot zwarte vruchten. De moerbeiboom kan ouder dan 500 jaar worden en met de jaren wordt hij ook steeds mooier met een betere groeiwijze. De moerbei heeft een lichte en open kroon in de eerste jaren, maar daarna donker en dicht. De vruchten zijn eetbare bessen en zorgen voor een mooie verschijning. De zwarte bessen zijn het lekkerst en worden vaak gegeten, de witte worden minder smakelijk gevonden. De donkergroene bladeren zijn hartvormig en getand of gelobd.
De moerbei is een prachtige boom met lekkere vruchten. We kennen de witte moerbeiboom (Morus alba) en de zwarte moerbeiboom (Morus nigra). Een opvallend verschil tussen deze twee soorten is dat de jonge takken bij de witte moerbei grijsgroen van kleur zijn. Deze jonge takken zijn ook behaard. De jonge takken van de zwarte moerbei zijn geelgroen van kleur en zijn niet behaard. Beide soorten lopen pas laat in het voorjaar uit met blad. Pas daarna komt de bloei op gang. Deze bloei vind pas eind mei plaats. Omdat de moerbei pas laat bloeit is er geen kans op bevriezing van de bloemen.
Moerbei plukken
In de moerbei vinden we mannelijke en vrouwelijke bloemen, de boom is zelfbestuivend. De alleenstaande mannelijke bloem lijkt wat op een katje net zoals in een hazelaar. De vrouwelijke bloemen zitten meer bij elkaar. Uit deze bloemen groeien na de bloei, als ze bestoven zijn, de langwerpige vruchten. Deze vruchten lijken wel iets op de vrucht van bramen, maar zijn iets langwerpiger. Deze heerlijke vruchten zijn te plukken van half augustus tot eind september. De vruchten zijn niet allemaal tegelijk rijp. Wees voorzichtig bij het plukken, de vruchten knappen snel en kunnen nare vlekken geven in de kleding die er bijna niet uit te krijgen zijn.
Hoe snoei je moerbeibomen?
Het snoeien van de Morus is heel belangrijk. Zorg dat er voldoende tweejarige takken in de boom zitten die kunnen worden getopt. Op de uitlopers van deze takken draagt de boom de meeste vruchten. Een moerbei draagt zijn vruchten op het hout wat hij dat jaar zet. Zorg ervoor dat er altijd voldoende licht bij de vruchten kan komen. Een moerbei groeit het liefst in een vruchtbare lichte zandgrond die goed kalkhoudend is.
Pruimenbomen zijn zeer makkelijk te kweken fruitbomen. De vroegste pruimenrassen zijn meestal rijp rond half juli. Het pruimenseizoen eindigt meestal rond half/ einde september. De vruchten moeten boomrijp en met de steel geplukt worden. Voorzichtig behandelen is noodzakelijk.
Eigen pruimen kweken.
Pruimenbomen behoren tot dezelfde familie als de kersen, perziken en abrikozen: de zogenaamde steenvruchten. Kenmerkend aan de steenvruchten zijn de pitvormige zaden die zich temidden van het vruchtvlees bevinden. Bij pruimen is dit precies zo. Het vruchtvlees van de pruimen is zoet of zoetzuur afhankelijk van het ras.
In de zomer kan de pruimenboom letterlijk bezaait staan met vruchten. De vruchten worden naast pruimen ook wel kwetsen genoemd. In het Latijns heet de boom Prunus domestica. Er zijn zelfbestuivende rassen en rassen die een kruisbestuiver (ander pruimenras) nodig hebben om vruchten te geven. Als u één pruimenboom wilt planten kiest u het beste altijd voor een zelfbestuivend ras zoals de ‘Victoria’ of ‘Mirabelle de Nancy’.
Pruimenbomen staan het liefst zonnig, maar ook in de halfschaduw kan deze fruitboom prima groeien. Door de zon rijpen de vruchten wel sneller en ontwikkelen ze een goede smaak. De grond mag beslist niet te nat zijn en moet goed voedzaam zijn, voeg daarom bij het planten wat aanplantgrond toe.
Pruimenbomen kunnen gesnoeid worden maar het is aan te raden dit tot een minimum te beperken. Pruimenbomen kunt u snoeien in de zomer, net na de oogst. Verwijder gebroken of beschadigde en kruisende twijgen. Houd de kroon van de boom verder redelijk open door enkele hoofdtakken aan te wijzen. Knip lange scheuten terug zodat de boom het gewicht van de pruimen in de volgende jaren goed kan dragen.